Borstvoeding of zuigelingenvoeding vormen de belangrijkste melkbron voor kinderen jonger dan 1 jaar. Borstvoeding is de beste voeding voor je baby. Het kan zijn dat je door bepaalde omstandigheden geen borstvoeding kunt geven. Dan is flesvoeding (kunstvoeding) een betrouwbaar en veilig alternatief. Pas na 8 maanden kan worden gestart met het stapje voor stapje vervangen van borstvoeding of opvolgmelk voor vaste voeding. Bijvoorbeeld magere of halfvolle yoghurt als toetje. Na de eerste verjaardag geldt pas het advies voor 300 ml magere of halfvolle melk(producten) en een halve plak kaas (30+).
Oefenhapjes tegen voedselovergevoeligheid
Het geven van borstvoeding in de eerste 6 maanden verkleint het risico op voedselovergevoeligheid. Sinds kort adviseert het Voedingscentrum om tussen de 4 en 6 maanden te starten met oefenhapjes. Niet ervóór, maar ook niet erna stellen de richtlijnen van de Jeugdgezondheidszorg. Oefenhapjes zijn ook goed voor de ontwikkeling van de mondmotoriek en de smaak. Een kind moet er echter motorisch gezien wel aan toe zijn. Bovenal blijven borstvoeding of opvolgmelk in het eerste jaar de belangrijkste voedingsbron.
Eerste hapjes
Vanaf 8 maanden kan de borstvoeding of opvolgmelk langzaam worden vervangen door vaste voeding, waarbij maximaal één melkvoeding per week minder wordt gegeven. Een klein beetje magere of halfvolle yoghurt of kwark kan vanaf 8 maanden als toetje of tussendoortje worden gegeven. Vanaf 7 maanden mogen zuigelingen sabbelen op een broodkorst en vanaf 8 maanden mogen ze stukjes brood eten.
Smeerkaas op brood
Vanaf 7 maanden mogen zuigelingen sabbelen op een broodkorst en vanaf 8 maanden mogen ze stukjes brood eten. Dit brood kan met smeerkaas besmeerd worden. Neem smeerkaas met minder zout, omdat de nieren van jonge kinderen nog niet veel zout kunnen verdragen.