Over het algemeen wordt aangenomen dat zwaar overgewicht samen gaat met een kortere levensverwachting. Overwicht gaat namelijk gepaard met een verhoogd risico op diabetes, hart- en vaatziekten en andere welvaartsziekten. Nu verscheen er een bericht in de pers dat ‘Oudere dikkerds niet eerder dood’ gaan. Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam blijkt dat ouderen met overgewicht niet eerder dood gaan, maar dat ze gemiddeld enkele jaren langer lijden aan de gevolgen van diabetes type 2.
Levensverwachting jongeren
De onderzoekers benadrukken dat er wel een relatie bestaat tussen overgewicht en levensverwachting bij jongere mensen. Uit eerdere studies blijkt dat 20 tot 40 jarigen met ernstig overgewicht gemiddeld drie jaar korter leven. Nu lijkt het erop dat deze verschillende studies elkaar tegenspreken, maar dat is niet het geval. Naarmate de onderzoeksgroep van mensen met overgewicht ouder wordt, loopt het verlies in levensjaren terug. Dit is niet zo gek, want de leeftijdsverwachting op oudere leeftijd neemt sowieso af. Hieruit kun je concluderen dat bij gelijke meetonzekerheden het moeilijker is om significante verschillen te vinden.
Oud en afvallen.
Het is lastig om overgewicht of obesitas bij ouderen vast te stellen. Er zijn namelijk geen officiële afkappunten voor overgewicht of obesitas bij ouderen. Daarom wordt door het Voedingscentrum aangeraden om ouderen met een BMI van hoger dan 30 en alleen als er sprake is van complicaties als gevolg van overgewicht te adviseren om af te vallen. Indien ouderen af willen vallen dan is het aan te raden dit onder begeleiding van een diëtiste of gewichtsconsulent te doen.
Voedingsrichtlijn voor ouderen
Voor ouderen gelden ongeveer dezelfde voedingsrichtlijnen als voor volwassenen. Met de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum kan bekeken worden wat de aanbevolen voedingsrichtlijnen zijn voor ouderen. Voor professionals heeft het Voedingscentrum een factsheet gepubliceerd met achtergronden ten behoeve van voedingsadviezen voor ouderen. Hierin is onder andere speciale aandacht voor vitamine D-supplementen en voldoende vochtinname.