Heel wat sporters in Nederland nemen voedingssupplementen en sportspecifieke voeding. Welke sporters zijn dat en bij welke sportfrequenties worden creatine, cafeïne, eiwitshakes en sportdranken gebruikt?
Miljoenenbusiness
Iedereen weet dat de sportvoeding- en supplementenmarkt een miljoenenbusiness is. De omzet van sportdranken en sportsupplementen bedraagt in ons land ongeveer 80 miljoen euro per jaar (Euromonitor 2014). Welke sporters of niet-sporters besteden zoveel geld aan deze producten? Promovendus Floris Wardenaar van de HAN Sport en Bewegen deed onderzoek naar het gebruik van supplementen en sportvoeding in Nederland.1 Hier volgen de meest opvallende resultaten uit zijn onderzoek.
Onderzoeksmethode in het kort
In een representatieve steekproef (n=1015) onder de Nederlandse bevolking van 15-80 jaar oud werd gevraagd welke supplementen en sportvoedingsproducten de respondenten gebruiken. Het gebruik van de producten is vervolgens onderverdeeld in de sportfrequentie per jaar van de respondenten, namelijk 0, 1 tot 11 keer, 12 tot 59 keer, 60 tot 119 keer en 120 of meer per jaar. De resultaten staan in tabel 1. De kleine letters achter de prevalenties geven een significant verschil aan ten opzichte van de prevalentie in de kolom met de corresponderende hoofdletter. Zo staat in kolom E bij ijzergebruik: 8a. Dit betekent dat de prevalentie van 8% van ijzersupplementgebruik bij sporters die vaker dan 120 keer per jaar sporten significant hoger is dan de prevalentie van ijzersupplementgebruik van mensen die nooit sporten onder kolom A.
Meer supplementen bij vaker sporten
Gemiddeld genomen geeft ongeveer de helft van de consumenten aan nooit voedingssupplementen te gebruiken. Het supplementgebruik neemt toe naarmate mensen vaker sporten. Hetzelfde geldt voor het gebruik van sportvoedingsproducten, zoals energierepen, -dranken of -gels. Van mensen die nooit sporten neemt 86% geen sportvoedingsproducten. Van mensen die vaker dan 120 keer per jaar sporten, geeft ruim de helft aan nooit sportvoedingsproducten te gebruiken. Mensen die meer dan 1 keer per week sporten, gebruiken wel vaker multivitaminenpreparaten, vitamine C, calcium, magnesium en zink dan mensen die nooit sporten.
Supplementengebruik bij fanatieke sporters
Veel besproken sportsupplementen zoals cafeïne, creatine en beta-alanine worden alleen in significante hoeveelheden gebruikt door fanatiekere sporters. Zo’n 20 tot 30% van de sporters consumeert regelmatig sportdranken (hypertone dan wel isotone dranken). Sporters die meer dan 120 keer per jaar sporten – ongeveer drie keer per week – nemen vaker eiwitshakes dan sporters die minder dan 120 keer per jaar sporten. Het gebruik van probiotica verschilt niet tussen de verschillende sportintensiteiten. Wel kan uit tabel 1 worden opgemaakt dat minimaal 1 op de 20 Nederlanders probiotische producten gebruikt.
Verschil fanatieke en gemiddelde sporters
Voor dit onderzoek is geen voorselectie gedaan voor sporters. Dit betekent dat het supplementengebruik bij echte fanatieke sporters niet goed is in te schatten. Deze groep is namelijk te klein binnen een representatieve groep Nederlander om een goed beeld ervan te kunnen krijgen. Uit de resultaten in deze studie blijkt dat mensen die vaker (recreatief) sporten ook vaker sportvoedingsproducten en supplementen nemen. Zij kiezen ook vaker voor andere producten dan mensen die niet sporten. De ‘hype’ van het gebruik van bietensap bij topsporters, ter bevordering van prestaties, vinden we dan ook niet terug bij de gemiddelde Nederlander. De resultaten uit tabel 1 bevestigen wel dat fanatiekere sporters de consumenten zijn van sportvoedingsproducten.
Onderzoek naar topsporters
Uit een recente studie van Wardenaar et al. is gekeken naar het supplementgebruik van topsporters.2 Van de topsporters gaf 85% aan supplementen te hebben gebruikt gedurende de laatste vier weken. De meest gebruikte supplementen waren multivitaminen en mineralensupplementen (43%), isotone sportdranken (44%) en cafeïne (13%).
Invloed diëtist op supplementengebruik
In dit onderzoek is ook gekeken of het supplementgebruik van de topsporters verandert als deze door een diëtist wordt begeleid. Deze begeleiding leidde tot een toename in het gebruik van vitamine D, hersteldranken, energierepen, isotone dranken met eiwit, dextrose, beta-alanine en natriumbicarbonaat. Dit beeld wordt bevestigd in interviews met sportdiëtisten in Voeding Magazine 3, 2016. Sportdiëtisten die met topsporters te maken hebben, melden vaak dat de energie-inname van topsporters te laag is. Na interventie van de diëtist nam het gebruik van de volgende supplementen af: multivitaminen, calcium, vitamine E, vitamine B2, retinol, energiedranken, BCAA’s en andere aminozuren.
Toezicht gezondheidsclaims supplementen
Binnen de EU mogen producten alleen gezondheidsclaims gebruiken als deze wetenschappelijk overtuigend is aangetoond. Hiervoor bestaat een speciale wetgeving: de claimsverordening (1924/2006/EG). Gezondheidsclaims worden door een onafhankelijk panel van wetenschappers van de EFSA getoetst.
Toegestane gezondheidsclaims
Slechts twee supplementen hebben de toets van EFSA doorstaan en mogen een gezondheidsclaim voeren. Dit zijn koolhydraatelectrolytenoplossing (red: isotone dranken) met de gezondheidsclaim ‘vergroot de opname van water tijdens lichamelijke inspanning’ en creatine (3 – 6 gram) met de gezondheidsclaim ‘verhoogt fysieke prestaties in opeenvolgende reeksen korte hoogintensieve inspanningen’. Bij de goedgekeurde claims door EFSA moet een kanttekening geplaats worden. Ze gelden voor de gemiddelde consument; fanatieke (top)sporters zijn in die evaluatie niet afzonderlijk meegenomen.
Tabel 1:
Gebruik van supplementen en sportvoeding bij verschillende sportfrequenties
Sportfrequentie per jaar | |||||
0 | 1-11 | 12-59 | 60-119 | >120 | |
n=401 | n=137 | n=484 | n=275 | n=247 | |
A | B | C | D | E | |
Supplement | |||||
Multivitamines mineralen | 22 | 24 | 27 | 34 a,b,c | 34 a,b,c |
Vitamine C | 15 | 17 | 20 | 22 a | 22 a |
Vitamine D | 14 | 16 | 15 | 17 | 18 |
Calcium | 7 | 7 | 6 | 9 | 13 a,b |
Magnesium | 7 | 5 | 5 | 6 | 11 a,c,d |
Essentiele vetzuren / visolie | 3 | 4 | 6 | 6 | 4 |
IJzer | 4 | 6 | 5 | 7 | 8 a |
Cafeïne | 3 | 3 | 6 | 6 a | 8 a |
Probiotica | 5 | 5 | 7 | 8 | 7 |
Zink | 1 | 4 | 3 | 2 | 4 a |
Creatine | 0 | 0 | 1 | 0 | 4 a,c |
Beta-alanine | 0 | 1 | 1 | 0 | 2 a |
Bietensap(concentraat) nitraat | 0 | 1 | 1 | 2 | 2 |
Natriumbicarbonaat | 1 | 1 | 0 | 1 | 1 |
HMB (beta-hydroxy-beta-methyl butyraat) | 0 | 1 | 1 | 0 | 1 |
Quercetine | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 |
Anderen | 3 | 5 | 3 | 5 | 7 a,c |
Geen | 59 | 49 | 50 | 47 | 44 |
Sportvoedingsproducten | |||||
Energy drinks / hypertone dranken | 10 | 21 a | 25 a | 26 a | 29 a |
Isotone dranken | 5 | 17 a | 20 a | 28 a,b,c | 30 a,b,c |
Eiwitshakes | 2 | 3 | 5 a | 7 | 14 a,b,c,d |
Hersteldrank | 0 | 1 | 3 | 4 | 8 b,c,d |
Energie gels | 0 | 1 | 0 | 1 | 4 c,d |
Geen van bovenstaande | 86 | 67 | 64 | 55 | 52 |
Referenties
-
Self-reported use and reasons among the general population for using sports nutrition products and dietary supplements, Floris Wardenaar et al, Sports 2016, 4, 33
-
Nutritional supplement use by Dutch elite and sub-elite athletes: does receiving dietary counselling make a difference?, Nutritional J Sport Nutr Exerc Metab 2016 Sep 6:1-25