Prof.dr. Renger Witkamp: ‘Polyfarmacie is risicofactor voor voedingsdeficiënties’

Deel dit artikel:

NZO - Prof. dr. Renger Witkamp - Polyfarmacie is risicofactor voor voedingsdeficiënties - pillen

Medicijngebruik kan leiden tot ondervoeding en tekorten aan vitamines en mineralen. Daarvoor waarschuwde prof.dr. Renger Witkamp tijdens de DCN Academy. Zijn advies aan de aanwezige diëtisten: wees alert op interacties tussen medicatie en voeding en laat bij cliënten zo nodig bloedspiegels van micronutriënten meten.

Tekst: Angela Severs

‘Bij ouderen is langdurig medicijngebruik vaak geassocieerd met ondervoeding en deficiënties. Vooral polyfarmacie – het gebruik van vijf of meer geneesmiddelen naast elkaar – is een risicofactor’. Prof.dr. Witkamp, hoogleraar Voeding en Farmacologie aan de WUR, attendeerde ongeveer 250 diëtisten hierop tijdens de DCN Academy op 18 september in Veenendaal. Polyfarmacie neemt toe met de leeftijd: 10% bij 40-65 jarigen, 22% bij 65-70 jarigen, 28% bij 70-75 jarigen en bij 75-plussers gebruikt maar liefst 39% vijf of meer verschillende medicijnen.

Bijwerkingen: droge mond, minder eetlust of obstipatie

Witkamp liet zien dat geneesmiddelen ook op andere manieren de voedingstoestand negatief kunnen beïnvloeden en dus deficiënties en ondervoeding in de hand kunnen werken: ‘Medicatie kan een droge mond geven, smaak en reuk veranderen en eetlust remmen. Veel medicijnen hebben ook obstipatie als bijwerking, zoals diuretica, ijzerpreparaten, calciumsupplementen en pijnstillers als ibuprofen en diclofenac.’ Volgens Witkamp wordt ondervoeding als gevolg van geneesmiddelengebruik vaak niet herkend als bijwerking.

Verband medicatie en magnesiumspiegel

Geneesmiddelen kunnen effecten hebben op de biobeschikbaarheid of uitscheiding van microvoedingsstoffen en daarmee op het gehalte ervan in het lichaam (zie kader rechts). Witkamp heeft zelf onderzoek gedaan bij 351 geriatrische patiënten en een verband gevonden tussen medicatie en magnesiumspiegels. Witkamp: ‘Hoe meer geneesmiddelen de patiënten gebruikten, hoe lager het magnesiumgehalte in het bloed.’

Hartritmestoornissen bij lage magnesiumspiegel

Witkamp liet een casus zien van een 70-jarige vrouw die 7 verschillende geneesmiddelen gebruikte, waaronder medicatie die nadelig kan zijn voor de magnesium- en vitamine B12-spiegels. Volgens Witkamp komt deze combinatie van medicijnen vaak voor. Na verloop van tijd kreeg deze vrouw hartritmestoornissen, waar ze 2 extra geneesmiddelen tegen kreeg. Later kreeg ze ook nog neuropathie en slaapproblemen, waar ze weer 2 extra geneesmiddelen tegen kreeg. Inmiddels gebruikte ze 11 verschillende geneesmiddelen. Witkamp: ‘We weten het niet zeker, maar de hartritmestoornissen zouden mogelijk verband kunnen houden met lage magnesiumspiegels ten gevolge van de medicatie. En neuropathie kan komen door lage vitamine B12-spiegels, ook ten gevolge van de medicatie.’ Witkamp vraagt zich af of de klachten bij deze casus zouden afnemen door suppletie met magnesium en vitamine B12. Volgens Witkamp is dit nog een redelijk onbekend terrein, waar hij graag meer onderzoek naar wil doen.

Rol voor eerstelijns diëtist

Na de presentatie vroeg een deelneemster welke rol Witkamp ziet voor eerstelijns diëtisten. Witkamp antwoordde: ‘Wees tijdens consulten alert op interacties tussen geneesmiddelen en voeding. Vraag je cliënt welke medicijnen gebruikt worden. Is er een mogelijke relatie tussen de medicijnen en de klachten die een cliënt heeft, zoals een droge mond? Overleg dan met arts of apotheek en overweeg het laten bepalen van nutriëntspiegels.’ Voor cliënten die langdurig meerdere medicijnen gebruiken adviseert Witkamp te zorgen voor voldoende magnesium in de voeding en eventueel een normaal gedoseerd supplement te overwegen.