Dr. Annet Roodenburg: ‘Mijn missie: een gezondere voedselomgeving’

Deel dit artikel:

Wat is de maatschappelijke relevantie van de voedingswetenschap? We vroegen het aan dr. Annet Roodenburg. Als voorzitter van de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV) en lector Voeding en Gezondheid verbonden aan de HAS Hogeschool in Den Bosch, staat Rodenburg midden in het speelveld van de Nederlandse voedingswetenschap.

Tekst: Stephan Peters | Beeld: Michel Campfens

Wat heeft jouw lectoraat op de HAS Hogeschool te bieden?

‘De HAS Hogeschool biedt tien opleidingen die in het teken staan van agro, food en de leefomgeving. We hebben ongeveer 3700 studenten en twee locaties; de hoofdlocatie is in Den Bosch en een kleinere locatie in Venlo. De opleidingen dekken eigenlijk de hele voedselketen. Van tuin- en akkerbouw en veehouderij tot bijvoorbeeld toegepaste biologie, management van de leefomgeving, bedrijfskunde, food innovation en voedingsmiddelentechnologie.’

Met welk doel leiden jullie je studenten op?

‘De missie van het Lectoraat Voeding en Gezondheid is dat iedereen die hier afstudeert en gaat werken in de voedselketen zich verantwoordelijk voelt voor de gezondheid van de consument. Wij richten ons expliciet op een gezondere voedselomgeving. We hebben bij de HAS nog een tweede Lectoraat: Groene Gezondheid. Dat richt zich op het verhogen van de groente- en fruitconsumptie, inhoudsstoffen en post-harvest-kwaliteit. Mijn lectoraat Voeding en gezondheid richt zich vooral op zeer concrete vragen waarin we samenwerken met meerdere partners, waaronder het bedrijfsleven. De vier belangrijkste onderwerpen zijn voeding voor senioren, een gezonder aanbod in Food Service, het food data project en het nieuwe project ‘de Gereedschapskist voor productontwikkeling’. Deze projecten zitten dicht op de praktijk en zijn gericht op een gezondere voedselomgeving. De praktijkopdrachten van onze studenten beantwoorden altijd praktijkvragen, vaak ook vanuit het bedrijfsleven.’

Kun je een voorbeeld geven van een recent onderzoek dat jullie hebben gedaan?

‘Bij voeding voor senioren onderzoeken we hoe we ouderen meer bewust kunnen maken van het belang van voldoende eiwit voor hen om gezond ouder te worden. In 2017 hebben we in de ConsuMEER studie, samen met de Hogeschool Arnhem Nijmegen, de eiwitinname gemeten bij thuiswonende ouderen. We boden hen gedurende een maand kant-en-klaarmaaltijden en zuivel met verschillende eiwitgehaltes aan. De resultaten van die studie zijn inmiddels gepubliceerd.’

Wat houdt het Food Data-project in en waarom is dat zo belangrijk?

‘Binnen het Food Data project verzamelen we allerlei data van producten, zoals van etiketten maar ook uit de GS1 datapool. Die data kunnen we vervolgens vergelijken met bijvoorbeeld die van Nutri-Score. Nutri-Score is het keuzelogo dat hoogstwaarschijnlijk in 2021 in Nederland geïntroduceerd gaat worden. Hiermee kunnen we zien hoe de waardering van producten volgens Nutri-Score zich verhoudt tot de waardering van die producten in de Schijf van Vijf.’

Wat vind je van de keuze voor Nutri-Score?

‘Het is een dapper besluit van de staatssecretaris om Nutri-Score met een mits in 2021 te gaan introduceren. Zijn voorwaarde: het algoritme achter Nutri-Score moet in lijn zijn met de Schijf van Vijf. Ik maakte me namelijk enorme zorgen. Alles wees erop dat de staatssecretaris voor het Franse Nutri-Score zou kiezen. Maar als voedingswetenschappers hadden we totaal geen inspraak. Gelukkig nam Voedingsjungle (zie kader) vorig jaar het initiatief om een brandbrief te sturen naar de staatssecretaris. Daarin werd hij erop gewezen dat Nutri-Score niet in lijn is met de Schijf van Vijf en dat er twee met elkaar conflicterende voorlichtingssystemen zouden ontstaan. De brandbrief is door meer dan 180 voedings- en gedragswetenschappers, diëtisten, artsen en experts ondertekend en heeft een groot verschil gemaakt. De staatssecretaris is hiermee door experts op de risico’s gewezen.’

‘Een algoritme voor een internationaal voedselkeuzelogo lijkt me een interessante uitdaging’

Wat is jouw mening over Nutri-Score als Voedselkeuzelogo?

‘Nutri-Score is mijn second best keuze. Het beeldmerk is mooi, maar het algoritme erachter is te complex. Ik had het liefst een Nederlands systeem gezien, zoals een Schijf van Vijf-beeldmerk. Ik vind dat een keuzelogo het beste per land opgezet kan worden, omdat elk land z’n eigen eetcultuur heeft, met verschillende producten die een verschillende rol spelen in een voedingspatroon. Maar goed, we hebben nu eenmaal een internationale markt. Ik wacht in spanning af wat de uiteindelijke beslissing in 2021 gaat worden en of de internationale wetenschappelijke commissie met een systeem komt dat aanvaardbaar is voor Nederland. Een heel interessante uitdaging!’

Wetenschappelijk onderzoek geeft geen onderbouwing dat consumenten door een keuzelogo gezonder gaan kiezen. Hoe kijk jij daarnaar?

‘Daar ben ik het mee eens. Keuzelogo’s hebben alleen een additioneel effect; namelijk dat fabrikanten erdoor hun producten gaan verbeteren. En dát is veel belangrijker. Dat zagen we ook bij het voormalige keuzelogo in Nederland, het Vinkje. Ik zie echter drempels voor productverbetering door het algoritme achter Nutri-Score. In tegenstelling tot het Vinkje, dat alle producten binnen een productgroep vergeleek, is Nutri-Score meer een across-the-board systeem. Als je een betere Nutri-Score wilt krijgen, kun je je product al verbeteren door iets toe te voegen. Thee krijgt bijvoorbeeld een hogere Nutri-Score als je er wat citroenschillen aan toevoegt. En superzoute pizza’s krijgen een betere score als je wat groente toevoegt. De internationale wetenschappelijke commissie die het komende jaar aan de slag gaat met het algoritme heeft dus veel en belangrijk werk te doen.’

Je bent nu bijna twee jaar voorzitter van de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen. Wat doet de NAV precies?

‘De NAV is een platform van en voor voedingswetenschappers in Nederland. De NAV spant zich in voor de kwaliteit van voedingswetenschap en biedt een netwerk aan de leden. De NAV wil dat de voedingswetenschap dienstbaar is voor de maatschappij en de gezondheid van de Nederlanders kan bevorderen. Voedingswetenschappers moeten meer naar buiten treden in de maatschappelijke discussies, want die gaan soms hele rare kanten op. Je kunt niet zomaar lid worden van de NAV. Er is een A (MSc) en een B-niveau (PhD) van registratie waarvoor gelijke rechten en plichten gelden. Werkervaring telt hier ook in mee.’

De NAV is toch niet heel zichtbaar in het debat: hoe komt dat?

‘De NAV is misschien niet zo zichtbaar, maar de NAV leden zijn dat wel. Ze nemen deel aan debatten en nemen positie in. De NAV stimuleert leden om naar buiten te gaan en in het debat de voedingswetenschap te laten spreken. Wij ondersteunen onze leden daarin door bijvoorbeeld mediatrainingen te geven. We hebben een register met namen van wetenschappers met hun expertises, zodat ook de media daarvan gebruik kunnen maken. Dat we als NAV nu geen standpunten naar buiten brengen, komt omdat er op veel onderwerpen geen consensus is. We worden er wel eens op aangesproken dat een deel van ons budget uit sponsoring komt van het bedrijfsleven. Als je een standpunt naar buiten brengt, kan dit gevoelige punt je geloofwaardigheid beïnvloeden. Binnen de NAV zijn we nu actief bezig om te bepalen hoe we hiermee om moeten gaan.’

Met wie werkt de NAV allemaal samen en waarom?

‘De NAV werkt samen met veel andere beroepsverenigingen. Zo ben ik heel trots op het Platform Voeding Nederland, een stakeholdersamenwerking met Arts en Leefstijl, beide diëtistenverenigingen (NVD en DCN), de Beroepsgroep voor Gewichtsconsulenten (BGN), de Alliantie Voeding in de zorg en het Voedingscentrum en de NAV. Met dit Platform willen we een gezamenlijke visie over gezonde voeding naar buiten brengen en proberen we het vak voeding in de curricula van de opleidingen van zorgprofessionals te krijgen. Een goed voorbeeld van hoe de NAV meer naar buiten treedt.’

De financiering van onderzoek leidt tot veel en heftige discussies. Hoe staat de NAV daarin?

‘De NAV heeft de belangrijke gedragscode ‘Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening’. Ik geloof daarnaast dat de Nederlandse voedingswetenschap heel integer is. Natuurlijk heb je uitzonderingen, maar ik denk dat we het grotendeels over beeldvorming hebben. Ja, het kan zijn dat financiering invloed heeft op de vraagstelling van onderzoek. En in het slechtste geval kan het ook een wetenschapper beïnvloeden. Toch wil ik hierbij duidelijk maken dat niemand 100% onafhankelijk is, ook academici niet. Die kunnen ook hun stokpaardjes hebben. Goede wetenschappers kennen onzekerheden en je moet vooral elkaar blijven uitdagen, ongeacht de discussies op social media etc. Transparantie en een goed ethisch kompas zijn hierin zeer belangrijk. NAV-leden zijn zich hiervan bewust. Het is van groot belang dat voedingswetenschappers hun eigen onderzoek op een goede manier kunnen uitvoeren en dat ze de resultaten op hun eigen wijze kunnen interpreteren en publiceren. Een goed NAV-lid kan wetenschap indelen in goed en slecht uitgevoerd, onafhankelijk van het feit wie ervoor heeft betaald.’

Als je terugkijkt op je carrière tot nu toe, waar ben je het meest trots op?
1. Het boek E-nummers en berengeluiden een bundeling van blogs over interviews met spelers in de voedselketen.
2. Mijn rol bij het ontwikkelen en onderbouwen van de criteria achter Choices, zeg maar de internationale versie van het Vinkje.
3. Het mede-opzetten van het Platform Voeding Nederland (zie tekst)
4. De ConsuMEER studie (zie tekst)
5. Onze nieuwe blog over het effect van de coronacrisis: blog.has.nl/bloggen-over-covid