In de afgelopen jaren is de aandacht voor voeding enorm toegenomen. De “nieuwe “ media hebben een grote invloed gekregen op de voedselkeuze van de consument. Het etiket biedt uitkomst als je wilt weten waar je voeding vandaan komt en wat er precies in zit. Maar dan moet je wel de weg vinden in de etikettenjungle.
Geen melk, wel kwark
De consument is een stuk kritischer geworden als het gaat om eten en drinken. Dat merk ik zelf ook bij mijn cliënten. Zo is er de laatste jaren veel gezegd en geschreven over melk. Wanneer ik nu een glas melk adviseer, roept dat bij een bepaalde groep cliënten veel weerstand op. Terwijl een bakje kwark bij diezelfde mensen alle goedkeuring kan wegdragen. Maar we weten toch dat kwark gemaakt is van melk? Wie dat niet weet, zou wat vaker naar het etiket kunnen kijken.
Etikettenjungle
De consument heeft veel argwaan gekregen en wil meer en meer weten waar ons voedsel vandaan komt. Dat is volgens mij heel begrijpelijk en ook goed. Het etiket op de verpakking biedt uitkomst. Maar hoe word je wijs uit die etikettenjungle? Welke informatie op de verpakking geeft duidelijkheid over het product en is nuttig om te weten? En welke informatie is alleen maar bedoeld om ons te verleiden tot een aankoop?
Verplicht op het etiket
Omdat ik zelf ook niet meer precies wist wat er op het etiket hoort te staan. Ben ik op onderzoek gegaan. Laten we beginnen met wat de fabrikant verplicht is om te melden op het etiket:
- de naam van het product
- het adres en de naam van de producent
- Ingrediënten
- e-nummers
- houdbaarheidsdatum
- partij-of productiecode
- voedingswaarde: energie (kj/kcal) en voedingsstoffen(eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen)
- allergenen
- voedingsclaims als light of natriumarm
Hoe zit het met claims?
Tot zover is het etiket nog duidelijk. Maar de rest van het rijtje is het lastiger. Want de fabrikant is niet altijd verplicht om te vermelden wat de herkomst is van het voedsel en of er genetisch gemodificeerde organismen (GGO) in zitten. En hoe zit het met de gezondheidsclaims van bepaalde voedingsstoffen, of met beweringen dat een product light of natriumarm is of biologisch geproduceerd.
Over inhoud en herkomst
Er zijn zoveel regeltjes over etikettering, dat ik tijdens m’n zoektocht het spoor vaak bijster ben. Volgens informatie op de site van de rijksoverheid moet een fabrikant melden in welk land of regio het product wordt gemaakt wanneer het meer dan 50% dierlijke bestanddelen bevat zoals vlees, vis of zuivel. Maar wat als je vlees uit een blik koopt, en er staat op de verpakking dat het gaat om 48% varkensvlees en 31% kipseparatorvlees; moet de herkomst van beide soorten vlees dan wel of niet vermeld worden? En volgens diezelfde site moet bij een product dat meer dan 0,9% GGO bevat, dit op het etiket vermeld staan. Alles wat daaronder zit hoeft de fabrikant niet te melden. Dit betekent dat er wel stoffen in het product kunnen zitten, die je misschien juist wilt vermijden.
Termen voor een goed gevoel
In mijn verdere zoektocht kom ik ook termen tegen als vers, mild en fris. Woorden die een goed gevoel geven en op de verpakking staan om de consument ervan te overtuigen dat het product gezond of anders is. De term gezond mag echter niet zomaar op het etiket gezet worden. Terecht, want er is niet één product dat ons gezond houdt. Een gevarieerde voeding kan dat wel. Laat je door die snelle termen dus niet te veel afleiden.
Rijk aan of een bron van?
Wat gezondheidsclaims betreft, bestaat er een hele lijst met wetenschappelijk bewezen gezondheidsclaims. Producenten mogen die claims alleen gebruiken als er een verband is aangetoond tussen een voedingsstof in het product en het effect op de gezondheid. Dat geldt bijvoorbeeld voor producten die bijvoorbeeld rijk zijn aan omega-3 vetzuren of een bron zijn van vitamine B. Op een pak melk kan de producent vermelden dat melk ‘rijk is aan calcium’ en dat het ‘een bron van vitamine B2’ is. Maar wat is nou het verschil? Melk bevat een minimale hoeveelheid vitamine B2, zoals is vastgelegd in Europese regelgeving. Daarom mag het ‘een bron van’ genoemd worden. Wanneer een product ‘rijk is aan’ moet het product meer van die voedingsstof bevatten. Zo is melk rijk aan calcium, omdat melk ten minste tweemaal de minimale hoeveelheid calcium bevat. Dat is ook vastgelegd in diezelfde Europese regelgeving.
Biologische keurmerken
Op het etiket kun je ook zien of iets milieubewust is geproduceerd. Zo geeft het EKO keurmerk aan dat het product afkomstig is van de biologische landbouw. Voor die producten zijn geen chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest of genetisch gemodificeerde zaden gebruikt en is de werkwijze diervriendelijk. Dit is een bewuste keuze die je zelf kan maken.
Regulier of traag groeiend?
Het Beter Leven keurmerk is in het leven geroepen door de dierenbescherming om de vee-industrie diervriendelijker te maken. De term trager groeiend ras op een verpakking kipfilet , moet ons duidelijk maken dat het hier gaat om een kip die langer leeft en sterker is dan de reguliere vleeskuikens. Deze trager groeiende kip verdient 1 van de 3 sterren die een product kan krijgen. Als je het belangrijk vindt om het dierenleed te verzachten, houdt dan dit keurmerk in de gaten.
Lijstje met eigen criteria
Wat mijn zoektocht duidelijk maakt, is dat het etiket een wirwar van informatie bevat maar dat het ons ook van veel informatie kan voorzien. Als je er de tijd voor neemt. Mijn tip: maak een lijstje met criteria waaraan een product voor jou moet voldoen. Dit kan dierenwelzijn zijn, minder gebruik van bepaalde e-nummers, geen genetisch gemodificeerde ingrediënten etc. Lees goed wat er op de verpakking staat voordat je het product in het karretje of mandje doet, en maak je eigen keus!
Esther van Etten is sportdiëtist met een eigen praktijk aan huis en een praktijk gevestigd in Sport Medisch Centrum Fysiomed te Amsterdam. Daar begeleidt ze onder andere (top)sporters, waaronder profvoetballers. Ervaring met het begeleiden van jeugdsporters deed ze op bij voetbalclubs AZ en FC Volendam. Esther maakt verder deel uit van het begeleidingsteam van de nationale roeiselectie. Zelf is Esther een fanatieke hardloopster en geeft ze voor haar plezier een aantal uren per week hardlooptrainingen aan haar cliënten.