Deze blog van prof.dr. Witkamp verscheen eerder als column in Voeding Magazine 1, 2017.
Voeding Magazine ook gratis ontvangen?
Sinds het aantreden van de nieuwe persdienst van het Witte Huis is het algemeen bekend: naast “feiten” bestaan er ook “alternatieve feiten”. Binnen de wondere wereld van de voeding wisten we dit natuurlijk al lang. Alternative facts zijn voor ons immers een fact of life. Een paar voorbeelden uit het recente verleden: “eieren zijn de menstruatie van de kip en dus ongezond”, “honing is een gezonde suikervervanger” en “spelt bevat geen gluten”. Het aantal blogjes, vlogjes en boeken over gezonde voeding dat wereldwijd per jaar verschijnt, zal wel eens groter kunnen zijn dan het aantal bezoekers bij de inauguratie van Trump (fact?). Niets aan te doen, helaas. We zijn er aan gewend geraakt en het is dweilen met de kraan open. Maar hoe zit het dan met onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, onze zendingsdrang (voor de mensen met een katholieke achtergrond: onze missiedrang) of (laten we eerlijk zijn) onze commerciële belangen? Het antwoord op deze vraag kennen we eigenlijk ook al lang: we moeten de existentiële vragen van de consument proberen te begrijpen. Daarvoor zouden we, ik heb het vaker gezegd, te rade moeten gaan bij onze theologische collega’s. Want voor veel Nederlanders is voeding al lang niet meer alleen noodzaak. Nee, voeding is onze aflaat voor een weliswaar niet eeuwig, maar wel supergezond leven: Je bent wat je eet is weer helemaal terug. Voeding geeft ons identiteit en het is onze troost in bange dagen. Voeding lijkt wel de nieuwe vorm van religie geworden.
Niet zo lang geleden was het vanzelfsprekend om op allerlei formulieren aan te geven of je Nederlands- dan wel Christelijk Gereformeerd was. Wee je gebeente als je die door elkaar haalde! Tegenwoordig maak je een statement door te zeggen dat je “echt paleo” bent (!) en niet zomaar LCHF (low carb high fat). “Want die LCHF-ers zijn me toch van die oppervlakkige losbollen…” De nieuwe geloofsgemeenschappen nemen elkaar driftig de maat. Ook viert de oude theologische truc dat de blijde boodschap beter verkoopt als je ook een duivel aanwijst weer hoogtij. Opmerkelijk zijn verder de nieuwe vormen van predestinatie (zijn we voorbestemd tot het eten van graan en het drinken van melk?) en zelfs godsdienstwaanzin (orthorexia nervosa). Kortom, het wordt hoog tijd voor meer interdiscplinaire samenwerking tussen voedingswetenschappers en theologen. Daarbij voorzie ik overigens een welhaast ideale win-win situatie. Want ook de theologie heeft te maken met imago- en communicatieproblemen. En juist binnen de voeding begrijpen we maar al te goed waarom boodschappen als “brood des levens” (met gluten, slecht) en “land van melk (de witte sloper) en honing (met veel fructose, slecht)” niet meer zo lekker in het gehoor liggen.
Prof.dr. Renger Witkamp is hoogleraar Voeding en Farmacologie, afdeling Humane Voeding aan Wageningen University and Research.