Manon van Eijsden: ‘Waarom jonge kinderen moeten proeven, proeven en nog eens proeven’

Deel dit artikel:

NZO-webshare-08736Lunchtijd. ‘Mam, ik wil graag speculoos op mijn eitje. Mag dat?’ Zoonlief ziet m’n verbijstering en voegt er snel aan toe: ‘Dat is echt heel lekker, hoor.’ Ik denk er het mijne van, maar laat het hem proberen. ‘Ja, heel lekker, dat zei ik toch’. Helaas beweert hij net zo vaak, ook zónder proeven, dat iets niet lekker is. En dat doen wel meer kinderen…

Voorkeur voor zoet

De smaakontwikkeling van kinderen is een lastig proces, misschien nog het meeste voor de ouders. Het vraagt ook meer van hun opvoedkundige vaardigheden dan van hun kookkunsten. Kinderen worden nou eenmaal met een voorkeur voor zoet geboren. Moedermelk is zoet en kunstvoeding daarom ook. Een fruithapje is ook zoet en gaat er dan ook meestal wel in als eerste hapje. Groenten daarentegen…

Groenten: kraak noch smaak

Groenten worden vaak, enkele uitzonderingen daargelaten, bitter of smakeloos gevonden. Dat laatste kwam naar voren in een recent onderzoek van Wageningen Universiteit. De onderzoekers lieten een panel volwassenen 10 soorten groenten proeven: broccoli, prei, bloemkool, ui, wortel, rode paprika, sperziebonen, tomaat, ijsbergsla en komkommer. Het resultaat: alle groenten scoorden laag qua smaak. Of het nu een zoetere of wat bittere groente was.1 Logisch dus dat je daar als baby niet op zit te wachten. Liever lekkere zoete moedermelk of kunstvoeding!

Starten met groenten of fruit?

Als ouder kun je eigenlijk maar één ding doen om je kind groenten en andere ‘niet-lekkere’ dingen te leren eten: laten proeven, proeven en nog eens proeven. En daar op tijd mee beginnen. Uit weer een ander Wagenings onderzoek bleek namelijk dat baby’s die bij een leeftijd van 4 tot 6 maanden startten met alleen groentehapjes, later op 1-jarige leeftijd meer groenten aten dan baby’s die met fruit begonnen.2 Er was in het onderzoek geen verschil tussen de groepen wat betreft het geven van borstvoeding, terwijl borstgevoede kinderen een klein voordeel lijken te hebben ten opzichte van kinderen die met kunstvoeding worden grootgebracht.

Invloed borstvoeding op smaakontwikkeling

Borstgevoede krijgen mogelijk wat smaakvariatie mee met de moedermelk. Amerikaanse onderzoekers lieten een groep moeders die borstvoeding gaven 4 keer per week een groot glas wortelsap drinken en een andere groep voedende moeders niet. Toen de baby’s oud genoeg waren voor een granenpapje – nog voor hun eerste groenten- of fruithapje –  vergeleken de onderzoekers de reactie van alle baby’s op het papje dat was aangemaakt met wortelsap. De baby’s van de wortelsap-drinkende moeders hadden een positievere gezichtsuitdrukking bij het eten van het papje dan de andere baby’s en vonden het ook lekkerder, althans volgens de moeders.3

Nieuwe smaken leren: minstens 10 keer proeven

Maar ook al hebben borstgevoede kinderen misschien een klein voordeel; het leren eten van nieuwe smaken én texturen blijft voor alle kinderen een kwestie van vaak en lang proberen. Daar zijn alle experts het wel over eens. Minstens 10 keer proeven is nodig voordat een kind een smaak heeft geleerd. Dan hoeft hij de smaak nog steeds niet lekker te vinden. Het gaat bij proeven om het mondgevoel; het hapje hoeft niet perse te worden doorgeslikt. Strategieën die helpen om kinderen groenten te laten proeven, zijn het nieuwe eten combineren met een favoriete smaak, op een andere manier klaarmaken of ‘verstoppen’ in een gerecht. Maar uiteindelijk heeft het herhaaldelijk proberen het meeste effect.

Jong geleerd, oud gedaan?

Het lijkt logisch: veel proeven op jonge leeftijd is veel groenten eten op latere leeftijd. Toch is nog niet helemaal duidelijk of bij ‘jong proeven’ het effect beklijft of dat proeven een continu proces is. De onderzoekers van de groentehapjes vonden na 2 jaar geen verschil in het eten van groenten. Ander Wagenings onderzoek laat echter ook zien dat 2- tot 5-jarigen die herhaaldelijk groenten krijgen voorgezet, meer groenten eten.4

Groentenhapjes blijven aanbieden

Je kind groenten leren eten; het blijft een uitdaging. Maar de ouder die begint met groentehapjes rond 4 tot 6 maanden, en groenten blijft aanbieden zonder er een strijd van te maken, hoe moeilijk ook, is in ieder geval goed op weg. En wanneer een kind na 10 keer proeven er nog steeds niets van moet hebben, dan is het ook gewoon accepteren dat hij sommige dingen echt niet lust. Mijn zoontje krijgt elke week wel iets met champignons voorgeschoteld. Die eet hij consequent niet op. Maar ja, een eitje met speculoos lust-ie dan weer wel.

Leestip voor ouders: ‘Groenten en fruit. Help uw kind om ze lekker te vinden’

Manon van Eijsden is voedingskundige en epidemioloog, gespecialiseerd in onderzoek op het gebied van voeding & gezondheid bij kinderen. Samen met Michelle van Roost leidt ze Voedingsjungle. De naam is een knipoog naar hun missie: mensen – van consument tot bedrijfsleven – helpen hun weg te vinden in het oerwoud van voedingsadviezen. De praktische vertaling van de wetenschap staat bij Manon voorop. Want als moeder van 2 jonge kinderen kent ze zelf ook de uitdagingen die bij gezond (op)voeden horen.

Bronnen:

  1. Van Stokkom et al., Taste intensities of ten vegetables commonly consumed in the Netherlands. Food Research International 2016;87:34-41
  2. Barends et al., Effects of starting weaning exclusively with vegetables on vegetable intake at the age of 12 and 23 months. Appetite 2014;81:193-199
  3. Menella et al., Prenatal and postnatal flavor learning by human infants. Pediatrics 2001; 107(6): E88.
  4. De Wild. Children and vegetables: strategies to increase children’s liking and intake of vegetables. Thesis, 2015 (http://edepot.wur.nl/359774)