Er is een verband tussen zuivel en dikkedarmkanker. Op basis van recent wetenschappelijk bewijs stelt de Gezondheidsraad in de Richtlijnen goede voeding 2015 dat zuivel een beschermende werking heeft tegen darmkanker. (1)
15% lager risico op dikkedarmkanker
Uit onderzoek blijkt dat 400 gram zuivel per dag het risico op darmkanker met maar liefst 15% verlaagt. (2) Nog specifieker geldt voor melk alleen: 1 glas melk (200 g) per dag verlaagt de kans op darmkanker met 10%. (2) Daarom adviseert de Gezondheidsraad enkele porties zuivel per dag te gebruiken, waaronder melk of yoghurt. In Nederland ligt de gemiddelde zuivelconsumptie per dag rond de 390 gram bij mannen en 325 gram bij vrouwen. Daarom ziet de Gezondheidsraad geen aanleiding om een verandering van deze consumptie aan te bevelen. (1) Overigens stelt ook het World Cancer Research Fund (WCRF) dat de consumptie van melk en inname van calcium kan beschermen tegen dikkedarmkanker. (3)
Bindende werking calcium
Mogelijk is calcium een deel van de verklaring voor de beschermende werking van zuivel. Calcium bindt namelijk secundaire galzuren en vrije vetzuren, die een toxisch effect kunnen hebben op de cellen in de dikke darm. (4) Bovendien kan calcium abnormale celvorming in epitheelcellen beperken. (4) Verder hebben andere stoffen uit zuivel mogelijk een beschermende rol: vitamine D, vitamine K, geconjugeerd linolzuur (CLA), foliumzuur en B-vitamines. (4, 5)
Referenties
- Gezondheidsraad (2015) Richtlijnen goede voeding 2015. publicatienr. 2015/24
- Gezondheidsraad (2015) Zuivel – Achtergronddocument bij Richtlijnen goede voeding. publicatienr. A15/32
- World Cancer Research Fund International/American Institute for Cancer Research (2011) Continuous Update Project Report: Food, Nutrition, Physical Activity and the Prevention of Colorectal Cancer
- Melk, voedzaam van nature. De wetenschap achter de voedings- en gezondheidsvoordelen van melk en melkproducten
- World Cancer Research Fund/American Institute for Cancer Research (2007) Food, Nutrition, Physical Activity and the Prevention of Cancer: a Global Perspective